Philips zegt te versimpelen en minder eenmalige kosten te boeken. Toch blijft de rekening komen. Het zelfgeknede aangepaste winstcijfer ligt steevast boven de boekhoudkundige winst. De cfo wil die eenmalige kostenposten eindelijk eens omlaag krijgen. Dat gaat nog niet vanzelf.
Een cfo zegt dit zelden hardop. De vorig jaar aangestelde Charlotte Hanneman erkende bij de Q3-cijferpresentatie dat het verschil tussen de aangepaste winst en de gerapporteerde winst nog steeds groot is.
Philips presenteert elk kwartaal vooral de aangepaste winst: een cijfer buiten de officiële boekhoudregels, waar ‘eenmalige’ posten uit zijn gefilterd, zoals herstructureringen of juridische kosten. Dat maakt het resultaat optisch hoger en stabieler dan de winst volgens de boekhoudregels (IFRS).
In het derde kwartaal hield Philips 122 miljoen euro aan lasten buiten zijn eigen definitie voor het aangepaste resultaat. Het ging om kosten voor de uitvoering van de apneu-terugroepactie, afboekingen rond de consent decree (een toezichtsafspraak met de Amerikaanse FDA na eerdere kwaliteitsproblemen) en investeringen in het verbeteren van kwaliteitsbewaking in het hele bedrijf.
Daarnaast zijn er lasten voor herstructureringen en overnames, posten die vrijwel elk kwartaal terugkomen.
Gat van miljarden
De aangepaste operationele winst (EBITA) kwam in het derde kwartaal uit op 531 miljoen euro, goed voor een marge van 12,3 procent. De gerapporteerde (IFRS) operationele EBITA was 409 miljoen euro, een marge van 9,5 procent. Dat verschil is fors.
Philips noemt de correcties “tijdelijk” en “eenmalig”. Maar uitgezoomd is sprake van een patroon: sinds begin 2022 is circa 4,4 miljard euro aan kosten buiten het aangepaste winstbegrip gelaten. Het gaat vooral om herstructureringen, juridische kosten, kwaliteitsacties en de apneu-gevolgen: boetes, schikkingen en de vervanging of reparatie van miljoenen apparaten. Hierdoor oogt de aangepaste winst stabieler, en vooral fors hoger, dan de winst volgens de officiële regels.
De aangepaste winst ligt structureel hoger dan de boekhoudkundige winst
Bron: Kwartaalverslagen Philips, analyse VEB. Bedragen in miljoenen euro.
Eeuwig probleem
Het gaat om posten die Philips “eenmalig” noemt, maar die al ruim een decennium een structureel karakter hebben.
Alleen het tweede kwartaal van 2024 week af: toen zorgde een eenmalige verzekeringsuitkering van ruim 500 miljoen euro in het apneudossier voor een tijdelijk hogere boekhoudkundige winst dan de aangepaste winst.
Prioriteit
Cfo Charlotte Hanneman erkende in de analistencall dat de aanpassingen op de winst nog altijd hoog zijn, al liggen ze lager dan vorig jaar. “Het is mijn prioriteit om die kleiner te maken,” zei ze, “maar dat kost tijd.”
Een belangrijk deel van de extra kosten is veroorzaakt door het verscherpte FDA-toezicht op Respironics, de Amerikaanse dochter die apneuapparaten verkoopt. Philips werkt onder een consent decree (formele afspraak met de Amerikaanse toezichthouder om verbeteringen af te dwingen) en mag voorlopig geen apparaten in de VS verkopen totdat het aan een reeks eisen voldoet. Daarnaast drukken herstructureringskosten door de vereenvoudiging van het concern op de cijfers.
Volgens Hanneman is dit “een traject” waarin de zogenoemde eenmalige posten stap voor stap moeten afnemen.
Van een einde aan de uitzonderingen is vooralsnog geen sprake. In september stuurde de Amerikaanse toezichthouder FDA Philips opnieuw een waarschuwingsbrief (warning letter) wegens tekortkomingen in de kwaliteitscontrole bij drie fabrieken, waaronder Eindhoven (zie kader).
Philips verwacht geen commerciële gevolgen, maar het is veelzeggend dat meer dan vier jaar na de aankondiging van de apneu-terugroepactie opnieuw kwaliteitsproblemen aan het licht komen in Philips-fabrieken.
Het voedt de twijfel of de kwaliteitscultuur, topprioriteit onder Roy Jakobs, echt is verbeterd in de laatste jaren. Philips heeft bovendien een geschiedenis van ingrepen door de Amerikaanse toezichthouder: van het langdurig toezicht in Cleveland (hersenscanners) tot de eerdere consent decree rond de defibrillatorfabrieken in de VS. Zolang zulke dossiers openstaan, keren de bijbehorende kosten periodiek terug in de winstcorrecties.
Margekloof
Door al die aanpassingen moeten beleggers en analisten telkens de toelichtingen bij de kwartaalrapporten uitpluizen. Welk deel van de winst is echt beschikbaar voor aandeelhouders, en hoe winstgevend is Philips werkelijk?
De structurele winstgevendheid ligt lager dan de kopcijfers suggereren: sinds 2022 komt de boekhoudkundige EBITA-marge gemiddeld uit op circa 3 procent, tegenover 10 procent voor de aangepaste EBITA-marge.
Margekloof van 7 procentpunt tussen EBITA en aangepaste EBITA
Bron: Kwartaalverslagen Philips en analyse VEB.
Betere marges, of niet?
Toegegeven: Philips staat niet alleen. Vrijwel alle beursfondsen werken met alternatieve prestatiemaatstaven buiten de officiële boekhoudregels.
Maar bij Philips is de kloof uitzonderlijk groot en hardnekkig. Sinds het apneuschandaal zet de top elk kwartaal het beeld van herstel neer. Topman Roy Jakobs spreekt graag over “momentum” en “verbeterde marges”. De vraag is in hoeverre die margeverbetering komt door echt operationeel herstel – of uit aanpassingen op de winst.
| Q3 in het kort |
|